top of page
  • Writer's picturemaster letterfretter

Letterfretter vraagt: interview met illustrator Sebastiaan Van Doninck

Updated: Sep 14, 2019


Biografie

Naam: Sebastiaan Van Doninck

Leeftijd: 40 jaar

Nationaliteit: Belg, woont in Halle

Job: professioneel illustrator voor o.a. Lannoo, De Eenhoorn, Querido, Davidsfonds, Gottmer. Werkt ook voor De Morgen, De Standaard, Humo, Knack Weekend. Sebastiaan illustreert voor buitenlandse uitgeverijen en kranten. Daarnaast doceert hij illustratie in Sint-Lucas Antwerpen.

Awards: 'Het woei' stond op de longlist van de Gouden Uil, 'Lied voor een girafje', en 'Het rarebeesten-carnaval' wonnen allebei een Boekenpluim. 'Het kriebel-dierenboek' kreeg een Vlag en Wimpel (CPNB). Zijn werk werd bekroond met de Grote Picturaleprijs (2015) 

Foto (c) Patrick Verbeeck


Hoe is het allemaal begonnen? Hoewel ik als kind erg veel tekende en knutselde - ik heb alle 100 communiekaartjes eigenhandig getekend - was mijn eerste idee om klassiek balletdanser of bioloog te worden. In het vijfde middelbaar van het kunstonderwijs kwam ik voor het eerst in contact met een leerkracht die ons onderwees in 'illustratie'. Haar passie voor prentenboeken heeft me doen beseffen dat ik me enorm aangetrokken voelde om zelf te gaan illustreren. In het jaar 2002 ben ik met grote onderscheiding afgestudeerd aan de studio illustratie van Sint-Lucas Antwerpen. Ik koos als eindwerk voor een beeldende adaptatie van 'De zelfzuchtige reus', een sprookje dat Oscar Wilde aan zijn kinderen vertelde en pas later postuum is neergeschreven.

Na mijn studies illustratie heb ik nog even animatiefilm gestudeerd aan het KASK in Gent, maar ik voelde toen dat het tijd was om met mijn werk naar buiten te komen. Ik kon niet wachten om te beginnen. Ondanks het imago van "beloftevol opkomend talent" waren die eerste stappen erg zoekend, verwarrend en onzeker. Achteraf gezien ging het allemaal wat te snel voor mij. Ik had toen nog geen eigen stem gevonden in mijn werk of in mijn leven. Hoewel het erg duidelijk was dat ik dit wilde doen, ben ik er een beetje als een kip zonder kop aan begonnen. Het is pas jaren later - door veel te gaan illustreren en ervaring op te doen - dat ik mijn eigen schriftuur en accenten opmerkte en ben gaan aanvaarden. Wat ik nu probeer te doen is mijn kwetsbaarheid juist te gaan accentueren (met humor). Dit werkt empathie en herkenning in de hand, het maakt het werk menselijker. Maar vraag het binnen 20 jaar nog eens en misschien kijk ik hier dan ook weer helemaal anders op terug...


Wat komt er nog aan?

Mijn nieuwste boek staat echt nog in de steigers, maar de werktitel wil ik je alvast meegeven; 'Broer voor heel even'. Opgroeien in een gezinsvervangend tehuis met vele andere pleegkinderen was niet altijd eenvoudig, maar heeft me wel ontzettend verrijkt als persoon. Ik ga er prat op dat indien het pleeggezin er niet was, ik een heel ander persoon was geweest. Als kind was ik eerder verlegen en op mezelf, de grote familie rondom mij hebben me socialer en empathischer gemaakt, maar ook beter leren omgaan met afscheid. En daar gaat dit verhaal over, over mensen die plots opduiken in je leven, je raken, en dan even plots weer vertrekken. Het wordt eerder opgevat als een beeldverhaal, niet een prentenboek op de vertrouwde klassieke manier met tekst en beeld afzonderlijk. Meer als een vloeiende graphic novel. Ik heb mezelf ook voorgenomen om hier geen deadline aan te verbinden. Dit verhaal is te belangrijk voor me, ik wil hier rustig de tijd voor kunnen nemen en het laten rijpen. Het verhaal komt druppelsgewijs op me af, ik moet er ook voor kunnen terugblikken, herinneringen ophalen.


Letterfretter las al "Geluk voor kinderen" (geweldig boek), Wit konijn in Wonderland (ook een toppertje) en Het meisje met de botjes (Letterfretter-kids vonden dit te griezelig).


9 vragen aan de auteur


1. Is er een rode draad doorheen de kinderboeken waar je voor illustreert? Zeg je soms nee tegen verhalen?

De rode draad voor mij is humor en mystiek (spanning, suggestie) of romantiek (natuur, dier). Ik hou van grappige en speelse verhalen, maar ook van poëtische emotie of eenvoud. Magisch realisme en volkssprookjes: verhalen die de verbeelding van de lezer kunnen prikkelen. Teksten die te juist, te braaf, te beschrijvend of te geïdealiseerd geschreven zijn vind ik vervelend en zal ik niet met dezelfde ‘goesting’ gaan illustreren. Vooral de thematiek en het hoofdpersonage moeten me aanspreken.

Ik denk wel dat ik een brede interesse heb en snel mogelijkheden of uitdagingen zie. Zo heb ik ook al poëzie, non-fictie, theater,... mogen illustreren. Toch is mijn voorkeur duidelijk. Uitgepuurde verhalen met weinig woorden zijn het boeiendste om te illustreren, die geven je ruimte om zelf in je beelden ook te gaan vertellen.

Tijdens het tekenen heb ik altijd zelf geschreven of 'verzonnen' in mijn hoofd. Zinnen, verhalen en eigen ervaringen komen op mij af terwijl ik aan het werken ben. Daarom ben ik begonnen aan mijn eigen verhaal rond het pleeggezin waar ik ben opgegroeid.


2. Ga je zelf op zoek naar auteurs om mee samen te werken of vinden zij jou?

Veel auteurs spreken mij aan, maar de bemiddeling gaat vooral via mijn uitgevers. Er zijn ondertussen al plannen tot het voorjaar 2022. Het word ook steeds internationaler: met Poolse, Deense, Hongaarse, Italiaanse, Russische, Duitse, Franse, Engelse, Koreaanse en Chinese vertalingen. Uiteraard droom ik ervan om samen te werken met auteurs wiens werk ik bewonder, maar ik laat het allemaal een beetje zijn beloop. De juiste tijd en het juiste project moeten zich aandienen, ik ga er niet teveel krampachtig naar op zoek. Ik pas mijn manier van werken niet meer aan voor een auteur, ik heb een eigen stem die perfect in dialoog kan gaan met het universum van een andere schrijver - of waarom ook niet - een andere illustrator of beeldenmaker. Het is die spanning die het verhaal juist meer gelaagd en boeiender maakt.


3. Heb je al eerder een volledig verhaal (inclusief teksten) gemaakt?

'Het meisje met de botjes' heb ik zelf geschreven. Het is ruwweg gebaseerd op een volksverhaal uit de Andes, maar is zo grondig bewerkt dat er van het origineel nog weinig overblijft. Het boek lijkt niet evident voor kinderen op het eerste zicht, maar elke keer ik het boek voorstel of voorlees zijn de kinderen laaiend enthousiast. Ze zijn helemaal mee en willen meer. Ik heb het gevoel dat we kinderen nogal vaak onderschatten. Vooral in Frankrijk is dit boek echt opgepikt. Ik ben uitgenodigd in Cognac dit najaar voor het Literatuurfestival LEC om dit boek voor te stellen, er is een tentoonstelling en LIVE tekensessies met kinderen. Het is fijn om de touwtjes in handen te hebben voor zowel tekst als beeld, maar anderzijds vind ik het ook nog steeds verrijkend om met schrijvers te werken. Het daagt me uit.


4. Gebruik je altijd dezelfde technieken om te illustreren (en wat zijn die dan)?

Men kan me verwijten om een manusje van alles te zijn geweest. Ik proef graag van vele verschillende technieken en keer van tijd tot tijd mijn schip al eens. Dit heeft voordelen: ik leer elke keer bij en mijn manier van werken word hierdoor breder. Maar er zijn ook nadelen aan verbonden: onzekerheid, gebrek aan herkenbaarheid. Mijn eerste prentenboeken kunnen hierdoor soms wat wisselend van kwaliteit zijn, maar de laatste 7 tot 8 jaar tekent zich wel meer afgelijnde manier van werken af. Ik hou ontzettend van inkten op waterbasis en van waterverf, al dan niet digitaal bewerkt. De aller-laatste boeken (ook in wording) zijn echter allemaal volledig handmatig uitgewerkt. De computer is een prachtmachine met eindeloos veel mogelijkheden, maar voor mij persoonlijk soms ook een belemmering. Als ik rechtstreeks op papier werk geeft dit een directer, aandoenlijker resultaat en meer een eigenheid. Ik heb niet echt een 'vaste hand' en dit geeft wat meer karakter aan mijn illustraties. Als ik met de computer werk sluipt het risico erin dat ik eindeloos ga schaven en word ik een neurotische perfectionist die het globale plaatje uit het oog verliest. Er is ook zoiets als te vaak inzoomen... Maar verliefd ben ik al jaren op penseel en inkt. En dat blijft.


5. Zijn jouw technieken of is jouw stijl geëvolueerd doorheen de tijd?

Uiteraard. Ik blijf elke keer nieuwe ontdekkingen doen. Een reactie van een bepaalde kleur op een andere, de hoeveelheid water, soort papier, uitsparingen, positief/negatief... Het blijft me boeien en uitdagen. Ik besteed meer aandacht aan de vormen en aan vertelkracht en geloofwaardigheid, aan kleur en landschap. De compositie werk ik sterk uit op voorhand in verschillende dummy's. Ik gebruik het woord 'stijl' niet graag omdat dit

één bepaalde manier van werken impliceert en die is voor mij erg veranderlijk. Toch hoor ik vaak lezers en/of kijkers vertellen dat ze mijn werk herkennen, dat het steeds duidelijk van mij komt. Dit is absoluut niet bewust, het komt vanzelf door mijn keuze's en voorkeuren. Mijn studenten zijn ook soms krampachtig op zoek naar een 'stijl' en kijken al eens graag naar andere illustratoren ter inspiratie, maar het is net die eigen signatuur die jouw werk authentiek maak. Dat probeer ik mee te geven aan hen. Maar toegegeven: dat heb ik zelf ook nog niet zo heel lang begrepen...


6. Waar haal je jouw inspiratie (buiten de tekst van de auteur)?

Goh, van zoveel! Van documentaires en van boeken, van taal en kleur, van reizen en muziek, van de gesprekken met mijn studenten, van stilstaan of net heel erg hard te rennen, van rustige natuurwandelingen of de drukte van de grootstad, van slimme en minder slimme mensen, van observeren, van folklore en van hedendaagse kunst, de krant en social media. Mijn nieuwsgierigheid is té groot, ik heb altijd een honger gevoeld om te ontdekken, te bestuderen en te begrijpen. Hier haal ik mijn energie en ideeën. Ik word ongelukkig en ongeïnspireerd van eenzijdigheid, bekrompenheid en afstompende herhalingen. Ik probeer zo weinig mogelijk te (ver)oordelen en overal iets uit te halen, hoe klein of onbelangrijk het ook lijkt.


7. Heb je inspraak in wat de drukker met je tekeningen doet?

Ja, maar de meeste drukkers in onze regio weten erg goed wat ze doen. De uitgeverijen hebben hier ook veel ervaring mee. Een drukker zal niet met de grootte van de illustraties kunnen spelen, dit is de vormgever in een vroegere fase. Maar ook hier heb ik niet te klagen, de vormgevers waarmee ik werk weten wat ze willen en wat ze doen. En ook hier heb ik mijn zegje over.


8. Lees je zelf veel?

Ja, maar nog niet genoeg. Ik zou veel meer willen lezen. Er ligt een hele stapel klaar en ik geraak er maar niet door... Het tekenen neemt de overhand.


9. Wat is jouw favoriete kinderboek?

De eend, de dood en de tulp van Wolf Erlbruch. Heerlijk boek. Een prentenboek dat me tot tranen toe heeft gedwongen. Zo aandoenlijk, bescheiden, puur en herkenbaar. Echt raak.


Dank je wel Sebastiaan en veel succes met je boek Broer voor heel even (en alle andere projecten)!


Meer weten over Sebastiaan Van Doninck? http://www.sebastiaanvandoninck.com

374 views
Post: Blog2_Post
bottom of page