In het voorjaar volgde ik een cursus "Werken aan taalontwikkeling in de kleuterschool" van het Centrum voor Taal en Onderwijs. Ik leerde daar hoe je met voorlezen nieuwe woorden kan aanbrengen aan kleuters, interessant voor op school en ook thuis. Daarna ging ik mij meer verdiepen in de neuropsychologische aspecten van taalontwikkeling, puur uit eigen interesse. Wat gebeurt er in de hersenen als kinderen nieuwe concepten leren kennen? En hoe kan je dat nog beter stimuleren?
Hersenen: complex, maar logisch
Rond de leeftijd van 1 jaar is het synaptisch netwerk in de taalgebieden het dichtst en begint taalvaardigheid zich te ontwikkelen. Eerst auditief, dan receptief (taalbegrip), dan motorisch (spreken).
Woordbetekenissen liggen opgeslagen op verschillende locaties in ons brein volgens recent onderzoek. Wij associëren woorden met elkaar in een bepaalde context (bv mode).
Kinderen "verwerven" een woord door verschillende aspecten van het woord (klank, woordbeeld, betekenis, rijm, synoniem, categorie, ...) op te slaan en opnieuw op te roepen.
Elk kind leert spontaan praten door te luisteren naar de ouders. Die ontwikkeling kent een vast patroon en dit geldt voor alle talen ter wereld.
Waarom woordenschat stimuleren?
Toename van de vocabulaire van kinderen tussen twee en drie jaar correleert met de hoeveelheid tijd die de ouders besteden om tegen het kind te praten.
Woordenschat is bepalend voor mondelinge taalvaardigheid, maar ook denkvaardigheid en emotionele ontwikkeling. Dit heeft een grote invloed op de latere schoolprestaties.
Hoe taal stimuleren?
Spontaan werkt het beste, en aangepast aan de leeftijd en ontwikkeling/interesse van het kind (rijpheid).
Voer "gesprekjes" met je kinderen, al van jongsaf. Gebruik hiervoor dagelijkse momenten: omkleden, wandelen, spelen, ... Persoonlijke ervaring helpt om de juiste link te maken.
Veel en vaak aanbieden van woorden (herhalen), rijke taal gebruiken.
Je geeft woorden betekenis door: uit te spreken, uit te beelden (visuele ondersteuning), uit te leggen, uit te breiden naar andere contexten.
Zing liedjes.
Kies boekjes waar rijmpjes, liedjes of beweging inzit.
Door naar verhaaltjes te luisteren, hoort je peuter hoe woorden worden uitgesproken. Kies af en toe voor iets moeilijkere woorden zo breidt de woordenschat uit op een speelse manier.
Lees interactief voor en combineer dit met hardop denken.
Visuele ondersteuning helpt om woorden te onthouden. Bekijk de prentjes en benoem samen de dingen die jullie zien. Af en toe iets verkeerd zeggen, vinden kinderen heel grappig!
Als je kind iets zegt, beaam en vul aan met extra informatie. "Dat is een hondje, goed gezien. Met een lange staart en bruine vlekken op zijn oortjes."
Een veilige omgeving creëren: vertellen, reageren en op de juiste manier "corrigeren".
Leuke boeken om te gebruiken
De grootste, de gevaarlijkste en andere bijzondere dieren
De wereld in mijn handen (beeldige hand- en vingerversjes)
Wie knipt de tenen van de reus? (poëzie)
Boeken van Britta Teckentrup zijn heel interactief: samen met je kind beleef je het verhaal.
Alle boekjes die de aandacht trekken van je kind en die naast dagelijkse/herkenbare woorden ook nieuwe woordjes aanleren. Bij ons thuis was dat: Papa is lief (rijmvorm), Sneller dan de wolf, Opruimen opruimen alles heeft zijn plekje.
Extra informatie en tips:
https://www.kindengezin.be/ontwikkeling/taal-en-communicatie/fasen-in-taalontwikkeling/
https://kleutergewijs.wordpress.com/2019/09/04/stellen-we-te-eenvoudige-vragen-bij-het-voorlezen
Comments